Gehydrolyseerde eiwitten in kattenvoer: Schadelijk of niet?
Ingrediënten
Marilyn [Catmoneo]
Ingrediënten
7 min

Wat zijn gehydrolyseerde eiwitten in kattenvoer? De smaakmaker glutamaat zoals in MSG

7 min

Als je kijkt naar de ingrediëntenlijsten van kattenvoer, kom je geheid een keer ‘gehydrolyseerd’ tegen. Een voorbeeld is 'gehydrolyseerde plantaardige eiwitten'. Ik was benieuwd: Wat zijn gehydrolyseerde eiwitten in kattenvoer?


Het antwoord is simpel, maar de gevolgen diepgaand. Ik kom termen tegen als hydrolyse, glutamaat, MSG, smaakmakers, clean labelling en gezondheidsrisico’s. Dit artikel gaat in op wat gehydrolyseerde eiwitten zijn, wat ze in kattenvoer doen en waarom je ze beter kunt vermijden.  


Wat zijn gehydrolyseerde eiwitten?

Hydrolyse betekent ‘in stukjes geknipt’: de moleculen verbinding van proteïne worden van elkaar gescheiden. Eiwitten worden afgebroken met enzymen. Zo gebeurt het in ons lichaam. Dit gebeurt ook op een natuurlijke manier, zoals met lang rijpende kaas. Dit is tijdrovend en duur.


Daarom is er een kunstmatig proces voor bedacht. Eiwitten worden in een vat met verdund zoutzuur tot 8 uur lang gekookt op 90 tot 120 graden. Na afkoeling wordt zout toegevoegd en wordt het verder verfijnd. Naast het *interessante* bereidingsproces met zoutzuur, is één van de resultaten van eiwithydrolyse vrije glutamaat.


Wat is glutamaat?

Glutamaat komt van het aminozuur glutamine. Dit kunnen mensen en katten zelf aanmaken. Het werkt als boodschapper in de hersenen (neurotransmitter) en bij de verzorging van lichaamscellen. Ook zit glutamine in voedsel, zoals in tomaten en vlees. Zolang dit verbonden is met de rest van het eiwit, is dit niet schadelijk omdat het geneutraliseerd wordt door andere aminozuren. Slechts een fractie hiervan is vrije glutamaat.  


Vrije glutamaat: de synthetische smaakmaker zoals MSG

In 1908 werd door Dr. Ikeda glutamaat geïsoleerd uit zeewier. Hij noemde het Ajinomoto (‘smaakessentie’), ook wel bekend als umami of Ve-tsin. Dit is een smaakversterker: het laat andere smaken meer naar voren komen.


De bekendste en meest omstreden smaakmakers is monosodium glutamaat, oftewel MSG (E621). Juist omdat MSG zo’n slechte naam heeft gekregen, proberen producenten hierom heen te werken. Dit wordt clean labelling genoemd. Zo staat nu ‘gehydrolyseerde eiwit’ en ‘gistextract’ op de ingrediëntenlijst (niet alleen bij kattenvoer!). Dit bevat glutamaat en bestaat uit 10% tot 30% MSG.


Hoeveel glutamaat in het eindproduct zit is onder andere afhankelijk van het eiwit dat gebruikt wordt. Zo bevatten tomaten 140mg/100gram vrije glutamaat, maar rund slecht 22mg/100gram. In de regel zullen gehydrolyseerde plantaardige eiwitten meer vrije glutamaat bevatten dan gehydrolyseerde dierlijke eiwitten.


Andere ingrediënten in kattenvoer met een component MSG (of vrije glutamaat):


Altijd:

  • Alles met gehydrolyseerd - inclusief plantaardige eiwitten, dierlijke eiwitten, lever (vaak van kip)
  • Plant eiwit
  • Gistextract
  • Gelatine
  • E-nummers 620 t/m 625
  • Gehydrogeneerde plantaardige olie


Vaak

  • Bouillon en vleesjus
  • (natuurlijke) smaakmakers of aroma (digest)
  • Maltodextrine
  • Mout extract
  • Pectine
  • Karamel smaak of kleurstoffen
  • Maiszetmeel
  • Mais siroop (corn syrup)
  • Soja eiwit isolaat


Soms

  • Dextrose
  • Carrageen


Er zijn meer ingrediënten met MSG. De meest uitgebreide lijsten vind je hier en hier. Ook blijven producenten de namen waar MSG in zit steeds veranderen. Een voorbeeld daarvan is ‘plant eiwit’ (erwt eiwit, soja eiwit), zonder gehydrolyseerd ervoor. Deze eiwitten zijn minder in stukjes geknipt (gehydrolyseerd), maar bevatten nog steeds vrije glutamaat.

  

Waarom zitten gehydrolyseerde eiwitten in kattenvoer?

MSG en gehydrolyseerde eiwitten zijn smaakversterkers. Met name gehydrolyseerde plantaardige eiwitten zie je veel terug op de ingrediëntenlijst van kattenvoer. Soms wordt dit gespecificeerd, zoals ‘gehydrolyseerde soja eiwit’. De plant is vaak soja, mais, erwten, tarwe en soms aardappelen, tomaten, bietenpulp of tapioca. 


Wat opvalt is dat dit 1) goedkope grondstoffen zijn, 2) veel glutamaat bevatten en 3) biologisch ongeschikt voor een carnivoor.   Het zit in kattenvoer, zodat het voer goed blijft smaken voor je kat. Bovendien is het goedkoper de smaak van vlees te versterken, dan om meer echt vlees toe te voegen. Ook klinkt ‘plantaardig eiwit’ best goed – beter dan MSG in elk geval.


Soms zie je ook gehydrolyseerde dierlijke eiwitten. Als het gaat om hypoallergeen kattenvoer is dit gedaan om de eiwitten onherkenbaar te maken en zo de voedselallergie onder controle te krijgen. Hierin zit nog steeds wel een deel vrije glutamaat, alhoewel het niet bedoeld is als smaakmaker.
 

Waarom zijn gehydrolyseerde eiwitten in kattenvoer een probleem?

Naast het hydrolyse proces (hoeveel ‘troep’ blijft daarvan hangen?), zijn gehydrolyseerde eiwitten opgebroken. Daardoor worden ze anders opgenomen in het lichaam. Bovendien zijn plantaardige eiwitten ongeschikt voor een carnivoor. Omdat het gaat om planten, zijn de eiwitten van mindere kwaliteit voor een kat. Ze moeten hier veel en verschillende varianten van eten om alle essentiële aminozuren binnen te krijgen. Daardoor krijgen ze te veel koolhydraten binnen, maar ook vrije glutamaat.   En dit laatste is mijn belangrijkste zorg ten aanzien van gehydrolyseerde eiwitten.  


Vrije glutamaat is schadelijk

De voedseltoezichthouders FDA, WHO en EFSA verklaren vrije glutamaat (MSG) allemaal veilig. Zowel in 1995 als in 2000 stelde FDA onderzoek (Amerika) vast dat MSG niet schadelijk is. Ook de veelgenoemde relatie tussen MSG en migraine of astma werd niet aangetoond.


Toch heb ik een probleem met deze onderzoeken. Deze onderzoeken kijken alleen naar klachten die mensen instuurden of specifieke gezondheidsproblemen gerelateerd aan MSG. Er wordt niet gekeken naar niet genoemde (langere termijn) gevolgen.


In de onderzoekswereld is er geen overeenstemming over de schadelijkheid van MSG. Het is mijn overtuiging dat MSG wel mogelijk bijdraagt aan verschillende gezondheidsproblemen.  


Verstoorde lichaamsbalans

Omdat glutamaat in ons lichaam en voedsel voorkomt, kun je stellen dat het veilig is, soms misschien zelfs nuttig. Dit reguleert het lichaam allemaal zelf. Echter zorgen ingrediënten met vrije glutamaat ervoor dat we deze stof veel meer binnenkrijgen. Hierdoor en omdat vrije glutamaat sneller wordt opgenomen door het lichaam, kan het interne systeem verstoort raken.  


Verslavend

Glutamaat werkt verslavend. De synthetische smaakmaker geeft de smaakpapillen een seintje dat er eiwitten aankomen, terwijl de plantaardige eiwitten juist van lage kwaliteit zijn voor katten. Toch geven de hersenen een shotje dopamine af, waardoor je het vaker wilt eten. Je raakt eraan verslaafd.  


Overgewicht en suikerziekte

Glutamaat wordt in verband gebracht met obesitas. Vermoed wordt dat glutamaat tot obesitas aanzet, alhoewel de hoeveelheid calorieën de ziekte verder doen ontwikkelen. En ja, ik noem obesitas een ziekte, omdat het je kat op zoveel manieren beperkt in zijn leven.


Het ironische is dat het voer al van lage kwaliteit is als MSG moet worden toegevoegd. Planten bevatten niet de hoeveelheid en variatie aan essentiële aminozuren als vlees. Daardoor moet je kat wel meer eten. Als het dan ook nog verslavend is, dan is overgewicht bij je kat bijna niet te voorkomen. 


Tevens is dit weer een factor in de ontwikkeling van suikerziekte, terwijl het gebruik van MSG hiermee ook in verband wordt gebracht.


Kanker

Ook kanker wordt gerelateerd aan het gebruik van glutamaat. In een onderzoek waarbij glutamaat tegenwerkers werden toegediend daalde de groei van tumorcellen. Ik denk dat met de toenemende kankergevallen onder katten we waakzaam moeten zijn.


Conclusie: Liever geen gehydrolyseerde eiwitten

Omdat wetenschappelijk onderzoek niet uitsluitend is over de gevolgen en de voedseltoezichthouders toestaan dat vrije glutamaat wordt gebruikt, kunnen producenten hiermee wegkomen. Bovendien bespelen ze het publiek door ‘MSG’ te vervangen door onder andere ‘gehydrolyseerde eiwitten’ – dat klinkt immers veel gezonder.


Het opmerkelijke is dat onderzoek van de voedseltoezichthouders alleen kijkt naar ziekten die mensen hebben aangebracht. Langere termijn gevolgen kunnen daardoor makkelijk ondersneeuwen. Zoals een onderzoek van Nakanischi uit 2008 aanbeveelt: “… we suggereren dat het veiligheidsprofiel van MSG opnieuw bekeken wordt en mogelijk teruggetrokken van de voedselketen.” (vrije vertaling).


Het ironische is dat MSG of consorten alleen toegevoegd wordt als smaakmaker. Dat hoeft niet als er kwalitatieve ingrediënten zoals echt vlees worden gebruikt. Bovendien hoef je dan niet eiwitten te hydrolyseren door middel van zoutzuur.


Zelfs als ik het onderzoek naar medische complicaties van MSG-componenten aan de zijkant schuiven, dan blijft het nog steeds een probleem dat er minderwaardige ingrediënten worden gebruikt in het voer voor de kat. Soja, erwten, tarwe, rijst – deze bevatten niet de variatie aan essentiële aminozuren die een kat nodig heeft.


Ik denk dat het handig is om smaakmakers zoveel mogelijk te gaan vermijden. Als het niet is om de verslavende werking of de medische gevolgen als obesitas, suikerziekte of kanker dan wel om de lage kwaliteit van het kattenvoer. 


Wil je zelf een producent vragen of er MSG in hun product zit, vraag dan of het er geen vrije glutamaat zuur inzit. Als je vraagt naar MSG, kunnen ze ‘nee’ zeggen omdat er niet letterlijk monosodium glutamaat inzit, ondanks dat dit een component is van bijvoorbeeld gehydrolyseerde plantaardige eiwitten.



Bronnen

(Let op: veel van het onderzoek is gedaan op mensen of ratten, niet op katten. In katten kan het anders werken, alhoewel ik dat persoonlijk niet verwacht).

Wikipedia: Hydrolyzed Vegatable Protein

Natuurdiëtisten: Opinie: Gistextract vergis(t) u niet

Wikipedia: Glutamaat

Truth in Labelling (2014): Names of ingredients that contain processed free glutamic acid (MSG)

Wikipedia: Glutamate flovoring

Scopp, A. L. (1991). MSG and hydrolyzed vegetable protein induced headache: review and case studies. Headache: The Journal of Head and Face Pain, 31(2), 107-110.

Voedingscentrum: Glutamaat

Raiten, D. J., Talbot, J. M., & Fisher, K. D. (1995). Executive summary from the report: analysis of adverse reactions to monosodium glutamate (MSG). The Journal of Nutrition, 125(11), S2891-S2906.

Geha, R. S., Ren, C., Beiser, A., Patterson, R., Greenberger, P. A., Grammer, L. C., ... & Saxon, A. (2000). Review of alleged reaction to monosodium glutamate and outcome of a multicenter double-blind placebo-controlled study. The Journal of nutrition, 130(4), 1058S-1062S.

Freeman, M. (2006). Reconsidering the effects of monosodium glutamate: a literature review. Journal of the American Association of Nurse Practitioners, 18(10), 482-486.

The Greatist (Amanda Green): Why MSG Has a Bad Rap (But Doesn't Deserve It)

He, K., Du, S., Xun, P., Sharma, S., Wang, H., Zhai, F., & Popkin, B. (2011). Consumption of monosodium glutamate in relation to incidence of overweight in Chinese adults: China Health and Nutrition Survey (CHNS). The American journal of clinical nutrition, 93(6), 1328-1336.

Fujimoto, M., Tsuneyama, K., Nakanishi, Y., Salunga, T. L., Nomoto, K., Sasaki, Y., ... & Selmi, C. (2014). A dietary restriction influences the progression but not the initiation of MSG-Induced nonalcoholic steatohepatitis. Journal of medicinal food, 17(3), 374-383.

Hirata, A. E., Andrade, I. S. D., Vaskevicius, P., & Dolnikoff, M. S. (1997). Monosodium glutamate (MSG)-obese rats develop glucose intolerance and insulin resistance to peripheral glucose uptake. Brazilian Journal of Medical and Biological Research, 30, 671-67.

Nakanishi, Y., Tsuneyama, K., Fujimoto, M., Salunga, T. L., Nomoto, K., An, J. L., ... & Gershwin, M. E. (2008). Monosodium glutamate (MSG): a villain and promoter of liver inflammation and dysplasia. Journal of autoimmunity, 30(1-2), 42-50.

Collison, K. S., Zaidi, M. Z., Saleh, S. M., Inglis, A., Mondreal, R., Makhoul, N. J., ... & Al-Mohanna, F. A. (2011). Effect of trans-fat, fructose and monosodium glutamate feeding on feline weight gain, adiposity, insulin sensitivity, adipokine and lipid profile. British Journal of Nutrition, 106(2), 218-226.

Rzeski, W., Turski, L., & Ikonomidou, C. (2001). Glutamate antagonists limit tumor growth. Proceedings of the National Academy of Sciences, 98(11), 6372-6377.