Waarom je blaasgruis voeding niet preventief moet geven
Kattenvoeding
Marilyn [Catmoneo]
Kattenvoeding
6 min

Waarom je blaasgruisvoeding niet preventief moet geven

6 min

Blaasgruis is één van de meest voorkomende blaasproblemen bij de kat. Blaasgruis (struviet) bestaat uit mineralen die samenklonteren tot een groter geheel, “gruis”. Dit is erg pijnlijk voor je kat en kan zijn levensbedreigend zijn als zo’n gruisdeeltje in de plasbuis vast komt te zitten.


Voor sommigen is dit een reden om een blaasgruisdieet preventief te geven, zeker als een andere kat in het huishouden al blaasgruis heeft.


Ik vind dit geen goed idee, en in dit artikel leg ik uit waarom niet, en wat je wél preventief kunt doen.


Waarom moet je blaasgruisvoeding niet preventief geven?

Een blaasgruisdieet lost struviet op. Dit doet het door de urine te verzuren. Meestal gebeurt dat met het synthetische aminozuur DL-methionine (een aminozuur is een bouwdeel van eiwit). Soms worden er ook maisgluten gebruikt, omdat deze een hoog aandeel methionine bevat.   Bij katten met blaasgruis is de urine meestal hoger dan 7, en dit zorgt ervoor dat de drie mineralen van struviet – fosfor, magnesium en ammoniak – makkelijker samenklonteren. Het lijkt erop dat hoe hoger de urine pH wordt, hoe makkelijker struviet ontstaat. Hier lees je daar meer over.



Echter zit er ook een keerzijde aan het verzuren.   Normaal heeft kattenurine een pH tussen ongeveer 6 en 6,5. Bij overzuring daalt de urine pH verder dan 6. Het probleem daarvan is dat er een ander soort gruis kan ontstaan, namelijk calcium-oxalaat. Deze zijn net als struviet erg pijnlijk, maar het lastige is ook dat je deze niet met een dieet kan oplossen.   Soms is het zelfs zo dat katten die lange tijd een urineverzurend dieet hebben gehad, zowel struviet áls calcium-oxalaat gruis krijgen. Je kunt je voorstellen dat je dan nog verder van huis bent, gezien beiden tegenstrijdige urine pH’s hebben.


Mocht je nieuwsgierig zijn hoe dit mogelijk is:   De urine pH is voor struviet een grote factor, maar niet de enige factor. Bij sommige katten zorgt dit er dan ook voor dat ondanks dat de urine verzuurd wordt, struviet nog steeds ontstaat door factoren die mineralen alsnog binden tot gruis. Als de urine pH onder de 6 daalt, zorgen die factoren dan voor struviet, terwijl de zure urine calcium-oxalaat in de hand werkt.


Maar calcium-oxalaat is niet het enige probleem dat kan ontstaan bij (langdurige) verzuring. Ook kan er bloedverzuring (metabole acidose) optreden. Het lichaam gaat dan calcium onttrekken aan de botten om dit weer basisch te maken. Hierdoor treed botontkalking op. Tevens hebben de nieren last van deze afwijkende balans en kan het mogelijk leiden tot nierfalen.


Lees meer: Het gevaar van DL-methionine


Wat kun je wel preventief doen om de kans op blaasgruis te verkleinen?

Ik hoop dat bovenstaande je genoeg duidelijk heeft gemaakt dat preventief verzuren niet erg verstandig is.   Toch kun je wel dingen doen om de kans op blaasgruis en blaasproblemen in het algemeen te verkleinen. Zeker bij katten die gevoelig zijn voor blaasproblemen (bijvoorbeeld als het in de familie zit) kan dit handig zijn.


Tip 1: Geef minstens 50% natvoer

Vocht Natvoer bevat vocht. Vocht zorgt voor meer urine. Meer urine zorgt voor een betere doorspoeling van de blaas (zowel voor mineralen als voor eventuele bacteriën). Omdat de mineralen vaker worden uitgeplast is er minder tijd voor mineralen om samen te klonteren. Een goede reeks natvoeding kun je hier vinden.   Opmerkelijk genoeg is “de plas ophouden”, bijvoorbeeld omdat de kattenbak bezet gehouden wordt, een van de risicofactoren voor het ontwikkelen van blaasgruis.


Extra tip: Velen dénken dat hun kat voldoende drinkt, omdat deze vaak bij het waterbakje staat. Echter blijkt uit meerdere onderzoeken dat katten op volledig natvoer in totaal bijna 1,5 tot 2 keer zoveel vocht binnenkrijgen. Katten op volledig brok krijgen meestal slechts maximaal 75% van hun vochtbehoefte binnen. Hier vind je een onderzoek dat natvoer met brok vergeleek op de totale vochtinname.


Eiwitten Nog een voordeel van natvoer is dat het eiwitrijker en koolhydraatarmer is. Eiwitten, en met name de zwavelzuurhoudende aminozuren (waaronder methionine), zorgen voor een natuurlijke verzuring. Koolhydraten daarentegen doen het omgekeerde en maken de urine juist mínder zuur. En laat brok nu net bestaan uit behoorlijk wat koolhydraten!


Lees meer: De urine pH bij blaasgruis


Tip 2: Voer kleinere porties

Hoe groter de maaltijd is van de kat, hoe groter de urine pH stijging na de maaltijd. Dit wordt “postprandial rise” genoemd. Maaltijden moeten niet groter zijn dan 60 tot 70 gram om de urine pH onder de 6,5 te houden.


Effect van voeding inname op urine pH waarde


 Met alleen brokjes zou je hier met de gemiddelde HTK kat niet boven moeten komen, zeker niet als die gecastreerd is. Met natvoer zit je echter rond de 200-250 gram per dag, en die moet je dan dus verdelen over minstens 3 tot 4 maaltijden per dag.   Lees meer: Hoeveel mag je volwassen kat per dag eten?



Vrij voeren?

Sommige onderzoeken raden om deze reden aan om vrij te voeren: je zet gewoon een hele bak met voer (meestal brok) neer, zodat de kat zelf meerdere kleine maaltijden kan eten.


Ik ben hier geen voorstander van.


De belangrijkste reden hiervoor is dat veel katten zichzelf overeten als ze onbeperkt voeding tot hun beschikking hebben en daardoor overgewicht krijgen. Het kan lastig zijn dit goed te beoordelen. Bedenk dat als er 400 gram in een bak ligt, het lastig te zien is of je kat 50 gram eet, of 60 gram. Deze 10 gram is echter al snel 20% van de dagelijkse hoeveelheid voor een HTK-kat.


De gewichtstoename gaat dan ook erg stiekem en geleidelijk, totdat je je opeens afvraagt of een HTK kat van 6,8 kilo wel gezond is (en nee, dat is het dus niet).


Wanneer kun je voer wél laten staan? Als je een kat hebt die niet alles in een keer opschrokt en je meet de voeding af, dan kan het wel mogelijk zijn de voeding te laten staan voor de dag. Voor sommige katten werkt dit juist beter dan maaltijden.

Onthoud echter dat hier een belangrijk verschil is met onbeperkt voeren: Hierbij gooi je een bak vol, terwijl bij voorgaande techniek je de voeding wel afmeet met het idee “op = op”.

Hoe kun je meerdere maaltijden implementeren?

Drie maaltijden moeten voor iedereen haalbaar zijn: ’s ochtends, ’s middags en ’s avonds. Heb je meerdere katten, dan zul je iets moeten bedenken om ze bij hun eigen maaltijd te houden. Gescheiden voeren kan handig zijn (ook voor onderlinge voedingsstrijd) of je kunt erbij blijven.


Heb je één kat, dan kun een voerbak met timer ook handig zijn, zoals de PetSafe Eatwell. Hiermee kun je tot maar liefst 5 maaltijden op gezette tijden automatisch aanbieden.

 Petsafe Eatwell 5

 Bij meerdere katten kan een SureFeed een uitkomst zijn. Deze gaat alleen open voor de kat met de juiste chip. Ook handig als juist één kat wel een speciaal dieet nodig is, die de ander dus niet mag eten (of vice versa!).

 SureFeed Microchip Voerautomaat

Tip 3: Bezorgd? Meet de urine pH

Als je bezorgd bent dat je kat risico loopt, dan kun je ook zelf de urine pH waarde controleren. Hiervoor zijn gewoon urine strips voor mensen geschikt. Het liefst hebben deze een meetwaarde per 0,5 pH of nog minder, zodat je redelijk goed kunt zien hoe je kat scoort.


Voorbeelden zijn B.Nagel (5,6 - 8,0 met stapjes van 0,1), Holisan Blemastrip (5,4 - 7,4 met stapjes van 0,4 [let op: de voorkant zegt iets anders, maar de binnenkant en beschrijving zeggen dit]) en Bonusan (5,6 - 8,0 met stapjes van 0,3). Combur heeft ook urinestrips die meerdere dingen meten (waaronder bloed), maar de pH waarde gaat met 1 pH als tussenstap, wat nog best groot is.

 Holisan Blemastrip Urine test


Dit geeft je een indicatie hoe je kat ervoor staat. Zeker in combinatie met plasproblemen (buiten de bak plassen, vaak naar de bak gaan, kleine plasjes) en meerdere keren achter elkaar een afwijkende waarde (lager dan 6 of hoger dan 7), kun je het beste even contact opnemen met je dierenarts om de problemen te bespreken.


Lees meer: Hoe vang je de urine op van je kat?


Conclusie: Geen preventief blaasgruisdieet, wel natvoer en kleine maaltijden!

Alhoewel het misschien makkelijker is om alle katten een blaasgruisdieet te geven, is dit voor gezonde katten niet aan te bevelen. Bij sommige katten gaat dit misschien (lang) goed, maar ik denk dat je beter kunt meten dan zomaar een dieet geven dat bedoeld is voor een aandoening.


Bovendien zijn er andere dingen die je kunt doen waarbij niet zulke gezondheidsrisico’s spelen, zoals meer natvoer en kleinere maaltijden.


Bronnen

Zie voor bronnen de artikelen waar ik naar toe verwijs. Deze bevatten de specifiekere wetenschappelijke verwijzingen.