Suikerziekte bij je kat: Diabetes Mellitus

Steeds meer katten krijgen suikerziekte. Uit een onderzoek uit 2007 waren het nog ongeveer 0,7% van de katten (1), nu wordt het steeds vaker geschat op 1%. Uitgaande van zo’n 2,8 miljoen katten zijn er dus 28.000 katten met diabetes! Deze stijging komt waarschijnlijk mede door de obesitas epidemie (2).

Gelukkig is suikerziekte tegenwoordig vooral vervelend, maar meestal niet dodelijk. Toch is het vroeg opmerken van de ziekte belangrijk voor het herstel en de prognose. Ook is er tegenwoordig een manier om een deel van de katten in remissie te krijgen.

Wat is suikerziekte of diabetes mellitus?

De opname van suiker (glucose) is nodig om het lichaam van energie te voorzien. Deze opname wordt getriggerd door insuline die de cel ‘openmaakt’ voor glucoseopname. Bij diabetes is dit proces verstoort.

Dit kan komen doordat er te weinig insuline aangemaakt wordt in de alvleesklier of omdat de cellen niet goed meer reageren op de insuline. Dit laatste wordt insulineresistentie genoemd. De continu verhoogde bloedsuikerspiegel is giftig voor de bètacellen die insuline aanmaken. Daardoor sterven die cellen af en kan dit op langere termijn er ook voor zorgen dat er minder insuline aangemaakt kan worden.

Dit betekent dat vroege diagnose belangrijk is. Hierdoor blijven meer bètacellen in leven en is de kans op volledige remissie (‘genezing’) het grootst (3).

Diabetes type 1

Bij type 1 gaat het om een tekort aan insuline aanmaak. Dit kan te maken hebben met bijvoorbeeld een alvleesklierontsteking en auto-immuunziekten (het lichaam valt de eigen cellen aan). In sommige gevallen is dit erfelijk (4).

Diabetes type 2

Type 2 komt veel vaker voor bij katten dan type 1. Er wordt dan wel insuline aangemaakt, maar de cellen reageren hier niet meer goed op.

Dit kan verschillende oorzaken hebben. Medicijnen zoals prednison en de poezenpil hebben werken de insuline werking tegen. Ook overgewicht en weinig bewegen zorgt voor een verhoogd risico op insulineresistentie (4). Aan deze variant kunnen we in veel gevallen iets doen.

Symptomen bij de suikerkat

Meer plassen en meer drinken

Katten met beginnende suikerziekte gaan meer plassen. De ongebruikte suiker onttrekt namelijk vocht uit de cellen en komt via de nieren in de blaas. Vervolgens wordt het uitgeplast.

Omdat ze meer gaan plassen, wordt het dorstreflex getriggerd. Ze gaan meer drinken om het vochtverlies goed te maken.

Daarnaast gaan meer voedingsstoffen verloren door het vele plassen, zoals calcium, kalium, fosfaat en natrium (5). Met verloop van tijd heeft dit ernstige gevolgen.

In sommige gevallen zijn blaasontstekingen ook een gevolg. De suiker in de blaas zorgt namelijk voor een groei in bacteriën (5). Tevens kan stress (door pijn en ongemak) tot een blaasontsteking leiden. Een nierbekkenontsteking is om dezelfde reden ook niet ongewoon.

Let op: meer plassen en drinken is een symptoom voor veel verschillende aandoeningen. Een bezoekje aan de dierenarts is daarom altijd belangrijk.

Meer eten, maar toch afvallen

Naast meer plassen en drinken, is ook een vergrootte eetlust normaal. Omdat de cellen geen glucose krijgen, is je kat ondervoed op celniveau. Hij voelt zich uitgehongerd en zal dus meer (bedelen om) eten. Ook dit kan echter niet worden opgenomen, waardoor je kat toch afvalt.

Deze toegenomen eetlust is vaak het beginstadium. Zonder behandeling zal de algehele conditie verslechteren en daarmee ook de eetlust afnemen.

Overigens zijn er uitzonderingen: niet alle katten hebben een toegenomen eetlust en vallen af.

In een later, onbehandeld stadium: braken, slaperigheid, neurologische problemen

Als het lichaam niet gevoed kan worden, kan het zijn werk niet doen. Op (middel)lange termijn zal daarom de gezondheid van je kat afnemen. Symptomen die zich kunnen openbaren zijn:

  • Slaperigheid
  • Braken en diarree
  • Niet meer goed wassen
  • Een doffe, dichte en plukkerige vacht
  • Wonden genezen langzaam

Het wordt nóg zorgelijker als je kat een zoetige geur krijgt (vacht, urine en/of mond). Dit wordt ketoacidose genoemd.

Een ander typisch symptoom is het lopen met de hakken op de grond en het door de pootjes zakken.

Bron: HowToCat

Wat veroorzaakt suikerziekte?

In sommige gevallen komt suikerziekte door een andere ziekte. Bij auto-immuunziekten valt het lichaam de eigen cellen aan. Bij acromegalie is er een groeihormoon producerende tumor die suikerziekte veroorzaakt. Ook de ziekte van Cushing en een alvleesklierontsteking kunnen leiden tot suikerziekte. Medicijnen zoals prednison en de poezenpil zorgen voor een verminderde insuline gevoeligheid en kunnen zo suikerziekte veroorzaken. Echter komen deze oorzaken maar weinig voor (5).

Veel vaker echter komt het door overgewicht en te weinig beweging (zowel in mensen als katten) (6). Ook het koolhydraatrijke voer (brokjes!) zorgt voor een verhoogd risico. Dit betekent niet per se dat elke dikke, luie kat die een koolhydraatrijk dieet heeft diabetes krijgt, maar wel dat het risico aanzienlijk groter is.

Te dikke katten

Vet werkt de werking van insuline tegen. Hoe dikker je kat wordt, hoe minder goed de cellen reageren op insuline. Dit betekent dat ze moeilijk of geen glucose kunnen opnemen.

Onderzoek (6) toont aan dat overgewicht als één van de belangrijkste veroorzakers van diabetes. Helaas onderschatten veel katteneigenaren de dikte van hun kat, waardoor makkelijk gedacht wordt dat dit niet voor hun kat geldt. Ook kan het zijn dat de diabetes kat afvalt, waardoor overgewicht plots geen probleem/symptoom meer lijkt te zijn.

Weinig beweging

Katten die weinig beweging krijgen, krijgen eerder diabetes. Beweging zorgt dat spieren gebruikt moeten worden. Voor energie halen de spieren glucose uit het bloed. Daardoor is er minder insuline nodig. Meer bewegen haalt dus de bloedsuiker omlaag en vermindert de last op de insulineaanmaak in de alvleesklier.

Koolhydraatrijk voer

In het onderzoek van Öhlund et al. (2017) (6) werd een verband gevonden tussen diabetes en het voeren van droge brokjes bij katten op een gezond gewicht. Zij verklaarden dit als volgt:

Over het algemeen bevatten brokjes meer koolhydraten dan natvoer. Echter zijn katten niet gemaakt om koolhydraten als energiebron te gebruiken, maar proteïne.

De koolhydraatrijke brokjes zorgen ervoor dat de bloedglucose snel piekt. De alvleesklier kan de aanmaak van insuline niet verhogen, waardoor deze lange tijd moet produceren. Tegelijk blijft het glucose lange tijd hoog (chronische hyperglykemie), wat een toxisch (vernietigend) effect heeft op de bètacellen die insuline aanmaken.

Hierdoor worden de bètacellen dus systematisch overbelast en vernietigt. Op lange termijn zorgt dit voor een verminderde aanmaak van insuline en daarmee suikerziekte – zeker in katten die hier een aanleg voor hebben. Voor dit idee zijn zeker aanwijzingen.

Andere risicofactoren

Een gretige eter / ‘de schrokker’

Het snel eten van het voer wordt geassocieerd met een verhoogde kans op diabetes. Misschien dat deze katten zich daardoor minder verzadigd voelen. In mensen is langzamer eten immers gelinkt aan minder calorische inname en een groter verzadigingsgevoel. Ik denk ook dat ‘de schrokker’ vaker hongerig lijkt en daarom iets meer voer krijgt. Dit kan een grote bijdrage leveren aan overgewicht.

Een inactieve binnenkat

De gematigde en weinig actieve binnenkat heeft een grotere kans op diabetes. Bij de normaal actieve binnenkat en de buitenkat werd geen verschil gevonden.

Het bleek dat inactieve couch potatoes baat hadden bij af en toe naar buiten kunnen. Mogelijk dat het vrij verkennen aan zorgt voor meer beweging en dus voor een verbeterde insuline gevoeligheid. Ook kan meer beweging zorgen voor gewichtsafname.

Oudere leeftijd

Vanaf 6 jaar neemt het risico op diabetes toe. Mogelijk komt dit omdat met de leeftijd de werking van de alvleesklier afneemt. Oudere katten (vanaf bijna 11 jaar) hebben een nog groter risico, met de piek op 13 jaar. Deze piekleeftijd kan ook komen omdat men bij een oudere leeftijd kiest voor inslapen in plaats van behandeling (7).

Katers hebben het vaker diabetes dan poezen

Dit heeft twee redenen:

  1. De mannetjes hebben een verhoogd risico op overgewicht.
  2. Katers hebben een lagere insuline gevoeligheid dan vrouwtjes.

Overgewicht zorgt ook weer voor een verminderde insuline gevoeligheid, waardoor het bij katers dubbelop gaat.

Rassen

Bepaalde rassen hebben een verhoogd risico. Met name de Burmees heeft 5 keer zoveel kans op suikerziekte in vergelijking met andere raskatten (7). Ook de blauwe Rus, Noorse boskat, Europese korthaar en Abessijn hebben een verhoogd risico. Ook lijken niet raskatten een groter risico te lopen dan pure raskatten.

Daarentegen komt onder de Bengaal, Siberische kat, Ragdoll, Birmaan, Britse korthaar, Pers en Maine Coon diabetes juist minder voor (7).

Genetische aanleg

Net zoals bij mensen lijkt genetische aanleg ook een rol te spelen. Zo zal de ene kat insuline gevoeliger zijn dan de andere kat. Hierdoor kan het zijn dat jouw actieve buitenkat die koolhydraat arm gevoerd wordt alsnog diabetes krijgt, terwijl de dikke, inactieve kat van de buren het niet krijgt. Individuele verschillen zullen altijd blijven.

De invloed van castratie is twijfelachtig

Op sommige websites las ik dat castreren de kans op diabetes verhoogd. De directe link hiertussen is niet duidelijk. Het is wel zo dat gecastreerde katten een grotere kans hebben op overgewicht door een grotere eetlust en een veranderde metabolisme. Dit kan leiden tot overgewicht en daardoor de kans op suikerziekte verhogen (6, 7).

Hoe wordt de diagnose gesteld?

De diagnose kan gesteld worden door de bloedsuikerspiegel te onderzoeken. Hiervoor prikt de dierenarts een druppel bloed en analyseert de glucosewaarden. Indien dit verhoogde waarden aanduidt, wordt het vaak naar een lab opgestuurd. Deze kijken naar de fructosamine die meer een historie geeft van de bloedsuikerwaarden.

Let op: het ritje naar de dierenarts kan de bloedsuiker laten stijgen, want stress verhoogt het stresshormoon cortisol en die verhoogd de glucose in het bloed. Zo ben je onder gevaarlijke omstandigheden sneller in je reactie. Een fructosamine onderzoek is vaak nodig voor een eenduidig ziektebeeld. Daarom is op lange termijn zelf testen wenselijk.

Behandeling

Als je kat heel ziek is (bijvoorbeeld bij langdurig onopgemerkte suikerziekte), moet hij waarschijnlijk eerst een paar daagjes bij de dierenarts blijven. Hij krijgt dan een vochtinfuus aangevuld met belangrijke mineralen zoals calcium, natrium, fosfaat en natrium.

Daarna komt de behandeling op jou neer.

Insuline spuiten

In de meeste gevallen moet je kat insuline krijgen. Pilletjes werken niet zo goed bij katten, daarom gebeurt dit met een spuit. Deze moet je twee keer per dag geven.

Er zijn twee soorten insuline die de dierenarts mag voorschrijven, namelijk Caninsulin® en Prozinc®. Mochten deze niet (goed) werken, dan kunnen ook humane insuline voorgeschreven worden, zoals Lantus® of Detemir®. Meer over de werking van deze insuline vind je op MC voor dieren en De Suikerkat.

De dosis is afhankelijk per kat van het gewicht, de voeding en hoeveel voeding, de lichaamsbeweging en de gevoeligheid voor insuline (3). Daarom kan het een tijdje duren voordat je de juiste hoeveelheid insuline hebt gevonden.

Op veel medische websites wordt aangegeven dat de hoeveelheid insuline elke dag twee maal daags voor de rest van je kats leven gegeven moet worden.

Genezing van suikerziekte: Tight Regulation

Echter blijkt uit ervaringen en voortschrijdend wetenschappelijk inzicht dat bij type 2 omkering (remissie) mogelijk is door Tight Regulation. Dr. Hodgkins stelt zelfs dat 80% van de suikerkatten na deze behandeling zonder insuline kunnen (YourDiabeticCat). In sommige gevallen is de remissie al zichtbaar binnen twee weken!

Bij deze methode wordt insuline toegediend op basis van behoefte in plaats van een vaste dosis. Dat betekent ook dat je zelf moet meten en eventueel de insuline moet aanpassen. Ook wordt er gekeken naar het voer, afvallen en beweging.

Het soort voer: koolhydraatarm

Om de benodigde insuline af te bouwen is het juiste voer belangrijk: laag in koolhydraten. Koolhydraten zorgen er namelijk voor dat de bloedsuiker veel meer pieken dan bij vetten of eiwitten. Een dieet laag in koolhydraten zorgt dus voor minder bloedsuikerpieken, minder benodigde insuline en minder honger (en bedelen) (8).

Let op: Dat betekent nooit meer brokjes, want die zijn bijna zonder uitzondering te hoog in koolhydraten!

Op medische websites zie ik vaak dat M/D van Hills of Royal Canin Weight Control Diabetic wordt aangeraden. Het natvoer van zowel Hill’s als RC bevat ~15% (DM), Hill’s droogvoer 18% (DM) en RC droogvoer 28% (DM). Omdat je liever onder de 10%DM duikt, zou ik hier dus niet mee beginnen.

Let ook goed op vermageringsdiëten: deze zijn ongeschikt voor je suikerkatje. De redenatie bij caloriearm voer is ‘vet bevat 9kcal per gram en koolhydraten 4kcal, dus halen we het vet eruit en verhogen we de koolhydraten’. Voor jouw suikerkat gaat dit averechts werken en duw je hem van de regen in de drup.

Een vochtrijke voeding (natvoer, KVV of BARF) met veel vlees eiwitten en weinig koolhydraten is het beste voer voor een carnivoor, en nog belangrijker voor een suikerkat.

Lees meer
Kwaliteit van voer beoordelen
- De koolhydraten en droge basis uitrekenen
- Caloriearm voer voor katten met overgewicht

Let op: zodra je minder koolhydraten gaat voeren, zal je kat minder insuline nodig hebben. Test daarom regelmatig de bloedsuikerwaarden en weet hoeveel insuline je moet spuiten.

Afvallen en beweging

Helaas schatten veel mensen de (ongezonde) dikte van hun kat verkeerd in. Als je twijfelt, kan de dierenarts je dit ongetwijfeld vertellen. Weet dat obesitas niet alleen het risico op suikerziekte dramatisch verhoogd, maar ook op andere ziekten zoals kanker.

Tevens krijgen veel katten te veel eten. Dit kan komen door te veel snacks, maar ook door te veel voeren. Ook zijn de aanbevelingen op de verpakkingen niet altijd accuraat voor jouw individuele kat. De belangrijkste manier om je kat te laten afvallen is portie controle. Hoeveel dit is ligt aan het huidige gewicht, het streefgewicht en de activiteit van je kat. Het beste is als je zelf het aantal calorieën en grammen berekent en eventueel aanpast.

Tevens is beweging belangrijk. Dit zorgt ervoor dat glucose door de spieren wordt opgenomen. Daardoor is minder insuline nodig. Spelen is een leuke optie die ook nog jullie band versterkt.

Lees meer:
- Hoeveel eten je je kat moet geven?
- Wanneer is mijn kat te dik?
- Tips om je kat af te laten vallen

Kosten

Zeker als je er vroeg bij bent is suikerziekte niet dodelijk. Sterker nog: suikerkatten kunnen prima een leeftijd van 18 jaar halen, alhoewel dit uiteraard per geval verschilt. Met Tight Regulation kan het zelfs mogelijk zijn dat je kat volledig in remissie gaat en alleen de rest van zijn leven een koolhydraatarm dieet nodig heeft.

Uiteraard zitten aan de behandeling wel kosten. Aan het begin zullen deze wat hoger liggen. Je zit vaker bij de dierenarts voor een consult. Ook koste het extra als je het instellen van de insuline laat doen door je dierenarts.

Ook moet je aan het begin meer testen zodat je de insuline goed kan afstemmen. Hoe lang je doet met een flesje insuline ligt eraan hoeveel insuline jouw kat nodig heeft. Aangeraden wordt wel dit binnen 3 week op te maken, omdat daarna de werking vermindert.

WatKosten
Bloedglucose test strips€27,50 per 50 stuks
Insuline (caninsulin)€8 per flesje
Spuitjes€30 per 100 stuks

Bron: Kansarme dieren

De Diabetes Centrale heeft een speciale afdeling voor huisdieren, waar je de benodigdheden voor je suikerkat kan halen. Deze is vaak goedkoper dan bij je dierenarts.

Conclusie: Je suikerkat kan prima oud worden!

Ik hoop dat je deze informatie waardevol is voor je. Suikerziekte is een vervelende ziekte, maar niet meer dodelijk. Door middel van een strikte routine kan je kat nog lange tijd gezond leven of zelfs in remissie gaan!

Bronnen
  1. Caninsulin: Feline Diabetes mellitus
  2. Yahoo UK News: Owners warned as number of cats with feline diabetes DOUBLES in a year
  3. Kattenweetjes: Diabetes / Suikerziekte
  4. Boerenmedical (De diabetesspecialist): Diabetes bij katten
  5. HowToCat: Diabetes mellitus bij de kat
  6. Environmental Risk Factors for Diabetes Mellitus in Cats (2017) ( Full report)
  7. Incidence of Diabetes Mellitus in Insured Swedish Cats in Relation to Age, Breed and Seks (2015) ( Full Report)
  8. iCatCare: Diabetes mellitus